Deze broodjes popten ineens overal op in mijn timeline. Menig foodblogger liet trots foto’s van deze Franse kaneelbroodjes van Levine zien. En ik snapte wel waarom. Deze broodjes zijn prachtig en ze zagen er uit om op te eten. Wat mooi uitkomt, want daar zijn ze natuurlijk ook voor. Kuddedier als ik ben kon ik niet achterblijven.
Ik moet eerlijk zeggen, deze broodjes zijn best even een klusje om te maken. Dat geldt eigenlijk voor het meeste brood. Gelukkig was het wel een leuk klusje. En stiekem beleefde ik erg veel plezier aan het snijden van de boter met een kaasschaaf. Het zijn de kleine dingen, en zo. Al sloopte ik wel mijn favoriete pollepel bij het maken van de “gleufjes”. Met een zachte krak brak de steel af. Gelukkig zijn deze broodjes fantastisch comfortfood en konden ze mijn gebroken hart enigszins helen.
Ga trouwens voor fantastische stap-voor-stap foto’s naar Levine’s blog. Ik vond deze erg handig om erbij te hebben tijdens het bakken.
Ingrediënten:
Deeg
- 500 gram tarwebloem
- 10 gram droge gist
- 30 gram suiker
- 9 gram zout
- 300 gram volle melk, kamertemperatuur
- 55 gram zachte ongezouten roomboter, klontjes
Vulling
- 200 gram ongezouten roomboter uit de koelkast
- 100 gram suiker
- 1 – 2 theelepels kaneel
Bereiding:
Hieronder staat de werkwijze voor het kneden van het deeg in een standmixer, maar het deeg kan uiteraard ook in een broodbakmachine of met de hand gekneed worden. Volg het recept dan verder vanaf de 1e rijs.
Deeg kneden in standmixer: Doe tarwebloem, droge gist, suiker, zout en melk in de kom. Roer met een pollepel door elkaar en kneed met de deeghaak tot de bloem de melk heeft opgenomen, ± 3 minuten. Voeg dan de boter in klontjes toe. Kneed in nog 5 - 8 minuten tot een soepel deeg dat van de wand van de kom loslaat. Het deeg hoeft niet volledig ontwikkeld te zijn, met andere woorden: een vliesje trekken lukt nog niet.
1e rijs: Vorm een bal van het deeg en doe het over in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 x keren zodat alle kanten met wat olie bedekt zijn. Dek de kom af met ingevet plastic folie of een douchemuts (!) en laat het op kamertemperatuur in 60 – 90 minuten tot dubbel volume rijzen.
Uitrollen en vouwen: Stort het deeg op een licht met bloem bestrooide werkplek en druk de lucht eruit (= doorslaan). Rol het deeg met een deegroller uit tot een rechthoek van 30 x 50 cm.
Schaaf de koude boter met een kaasschaaf (of snijd met een scherp mes) in dunne plakjes. Verdeel de plakjes boter over 2/3 deel van het deeg.
1e keer vouwen: Vouw het deeg in 3-en: vouw de onderkant (het deel van het deeg zonder boterplakjes) van het deeg naar boven en de bovenkant naar beneden (zoals een brief in 3-en). Je hebt nu drie laagjes deeg. Druk de naden met je vingers dicht.
Draai het deeg een kwartslag, de dichte vouw van het deeg ligt nu aan de linkerkant.
Bebloem zonodig de werkplek voordat je het deeg weer gaat uitrollen, het deeg mag er niet aan vastplakken.
Rol het deeg weer uit tot een lap van 30 x 50 cm.
2e keer vouwen: Vouw het deeg weer in 3-en zoals bij de 1e keer vouwen. Je hebt nu weer drie laagjes deeg. Als het deeg tegenstribbelt dek het dan af en laat het 5 – 10 minuten liggen voordat je verder gaat met uitrollen.
Rust: Verpak het deeg in plastic folie en leg het (op een dienblad) 30 – 45 minuten in de koelkast.
Vormen: Haal het deeg uit de koelkast, verwijder de plastic folie en leg het deeg met de dichte vouw aan de linkerkant (het is nu een kwartslag gedraaid ten opzichte van de 2e vouw) op een licht met bloem bestrooide werkplek. Rol het deeg uit tot een rechthoek van 35 x 75 cm. Als het deeg tegenstribbelt dek het dan af en laat het 5 – 10 minuten liggen voordat je verder gaat met uitrollen.
Bestrijk de deegplak met een kwastje met water. Meng de suiker met de kaneel en strooi de kaneelsuiker over de deegplak. Laat de randjes aan de lange kanten van het deeg vrij.
Rol het deeg vanaf een lange kant stevig op. Knijp de naad goed dicht en leg de rol deeg met de naad naar beneden op de werkplek.
Snijd de rol met een scherp mes of een deegsteker in plakken van ± 2,5 cm. Je kunt hier ook een flossdraad voor gebruiken.
Druk met een bebloemde steel van een pollepel een gleuf midden in de deegstukjes. De randjes komen nu naar buiten.
Leg de gevormde deegstukken met enkele centimeters tussenruimte op een bakplaat bekleed met bakpapier of bakmatje. Als ze niet allemaal op één bakplaat passen verdeel je ze over meerdere bakplaten. Bak de broodjes dan achter elkaar.
Oven voorverwarmen: Verwarm de oven voor op 200 °C (oven met boven- en onderwarmte).
2e rijs: Laat de broodjes 30 – 45 minuten rijzen, ze hoeven niet helemaal in volume te verdubbelen.
Bakken: Bak de broodjes in ± 20 minuten gaar. Ze zijn nog zacht als ze uit de oven komen, maar worden tijdens het afkoelen knapperig. Laat ze op een rooster afkoelen.