Ik heb de kruiden voor deze puree heel simpel gehouden. Zout, peper en nootmuskaat was voldoende. Maar je kan hier natuurlijk allerlei verschillende smaken aan geven. Of je roert er verse groene kruiden door. Of stukjes kaas. In dit geval was de knolselderij onderdeel van een bord met al genoeg gecompliceerde smaken, dus dit sloot hier prima op aan. Is het echter onderdeel van een wat eenvoudiger gerecht, maak hier dan vooral iets heel bijzonders van.
Voor 4 personen
Ingrediƫnten:
- 1 grote knolselderij
- 50 milliliter melk, of een klontje boter
- Mespuntje nootmuskaat
- Peper en zout naar smaak.
- Schil de knolselderij. Dit gaat niet met een dunschiller maar moet echt met een flink mes. Schil ook niet te dun want het buitenste laagje van een knolselderij is bitter. Snijd vervolgens in stukken. De grootte maakt niet zoveel uit, zolang ze allemaal hetzelfde formaat hebben.
- Kook de knolselderij tot deze gaar is. Hoe lang dit duurt is afhankelijk van hoe groot de stukken zijn. Prik met een vork om te testen of ze gaar zijn. Ze moeten net zo aanvoelen als gare, vastkokende aardappelen.
- Giet de knolselderij af. Pureer vervolgens met een aardappelstamper. Roer hier de melk, nootmuskaat en peper en zout door. Ziet er op het bord mooi uit als quenelle.