L. is wel fan van ‘De Chinees’. Dus toen hij voorstelde om zelf eens te proberen babi pangang te maken, wilde ik me er wel aan wagen. En ik moet toegeven: zelf gemaakt en gloeiend heet opgegeten, was dit echt heel erg lekker. Superknapperig varkensvlees, de saus precies zuur genoeg en niet te zoet en een snelle nasi goreng erbij. Dit was voor mij een onverwacht feestmaal.
Ja, je bent veel tijd kwijt aan het maken. Maar het is het waard.
Voor 8 personen
Ingrediënten:
- 1 kg varkenslappen
- 2 steranijs
- 1 tl Chinees vijfkruidenpoeder (ik kocht het gewoon bij de supermarkt)
- Zonnebloemolie
- 2 blikken gezeefde tomaten
- 1 el lichtbruine basterdsuiker
- 1 el sambal oelek
- 1 tl zout
- 50 ml natuurazijn
- 50 ml gembersiroop
Bereiding:
- Breng water aan de kook met steranijs en vijfkruidenpoeder. Kook hier op laag vuur de varkenslappen zo’n 2 uur in. Laat afkoelen en laat het vlees een nachtje in het water staan.
- Doe de gezeefde tomaten, basterdsuiker, sambal, zout, azijn en gembersiroop in een pan. Goed verwarmen. Als de saus te dun is, kan je hem in laten koken tot de gewenste dikte. Je kan er ook wat maïzena doorheen doen.
- Dep het varkensvlees goed droog en snijd het in plakken. Verwarm de zonnebloemolie in een (frituur)pan tot 180 graden. Frituur hierin het varkensvlees tot het donkerbruin en krokant is. Serveer meteen met de saus.