De truc van goede wentelteefjes is om ze op niet al te hoog vuur te bakken en om gewoon echte roomboter te gebruiken. Los van het feit dat ik sowieso tegenstander ben van margarine, halvarine en andere –rines, is het in dit geval zonde van de smaak. De wentelteefjes worden nog lekkerder door de roomboter.
Deze wentelteefjes zijn het lekkerst als je ze gelijk opeet, maar ook de volgende dag zijn ze nog erg lekker; zowel koud als even opgewarmd in de magnetron.
Ingrediënten:
- 2 eieren
- 150 ml melk
- 4-6 eetlepels suiker (afhankelijk van hoe zoet je ze wilt hebben)
- ½ eetlepel kaneelpoeder
- 1 tl vanille extract
- Snufje zout
- 6 oude, witte boterhammen
- Roomboter om in te bakken
- Handvol kersen
- Poedersuiker om te decoreren
- Leg de boterhammen in een grote ovenschaal. Meng eieren, melk, suiker, kaneelpoeder, vanille en zout tot een glad beslag. Giet dit over de boterhammen en laat ze minstens een kwartier staan om alles te absorberen.
- Verwarm een koekenpan op middellaag vuur. Doe hier wat roomboter in en bak de boterhammen aan beide kanten goudbruin. Ik kon twee boterhammen per keer kwijt, dus ik bakte ze in drie delen.
- Snijd eventueel de korstjes van het brood af en leg de wentelteefjes op een bord. Bestrooi met poedersuiker en maak af met de kersen.