Toen ik aan L. vroeg of hij bulgur wilde eten, keek hij me sceptisch aan. Hij houdt niet van rijst en alles wat korrelig is, is daarom bij voorbaat afgeschreven. Gelukkig ben ik een liefdevolle echtgenote en zette de bulgur toch gewoon op tafel. Wat bleek? Deze korrels waren veel lekkerder dan rijst.
Deze salade is lekker hartig door de spekblokjes en tegelijkertijd fris door de cherrytomaatjes. De citroen krijgt een friszoete, geroosterde smaak door hem even aan te bakken in de pan. In combinatie met het beetje spekvet dat aan de blokjes blijft hangen, geeft dit een overheerlijke dressing.
De dag na het eten van deze salade, vroeg ik L. of hij nog wensen had voor het eten van de komende week. “We kunnen die macaronirijst van gisteren nog wel een keer eten,” was zijn reactie. De naam bulgur mag dan niet zijn blijven hangen, het gerecht zelf was een succes.
.JPG)
Ingrediënten:
- 200 gram bulgur
- 100 gram sperziebonen, schoongemaakt en in kleinere stukken gebroken
- 200 gram cherrytomaten, gehalveerd
- 2 uien, in dunne halve ringen
- 1 teentje knoflook, fijngehakt
- 200 gram spekblokjes
- 1 citroen
- Bak de spekblokjes in een koekenpan goudbruin en knapperig. Haal de blokjes uit de pan, maar laat het bakvet achter. Fruit hierin de uien tot ze goudbruin zijn. Bak in de laatste minuut de knoflook mee.
- Kook intussen de bulgur volgens de aanwijzingen op de verpakking. Laat de laatste 5 minuten ook de sperziebonen mee koken.
- Haal de uien uit de pan en zet aan de kant. Snijd de citroen doormidden en leg deze met het snijvlak naar beneden in de pan met spekvet. Bak ongeveer een minuut, of tot de citroen er geroosterd uitziet.
- Meng de bulgur, spinazie, tomaten, uien en spekblokjes door elkaar. Knijp hier de citroen over uit. Roer nog eens goed door en maak eventueel af met wat peper en zout.
