7 mei 2012

Homemade gezouten karamelpopcorn

In een poging om in het weekend eens voor een wat lichtere snack te kiezen, koos ik een pak magnetronpopcorn. Op zich lekker, maar het kan altijd beter. Ik moest denken aan de karamelpopcorn die R. altijd koopt als we in de bioscoop zijn, en besloot dat ik dat ook best zelf zou kunnen maken. Maar dan op een wat spannendere manier, namelijk met gezouten karamel.

Bij het proeven van de popcorn dacht ik alleen maar: waarom heb ik dit in vredesnaam niet eerder bedacht? Ik was nog geen 5 minuten bezig en het resultaat was echt een traktatie. Zout, zoet, knapperig, perfect.

“You’re a meanie! I leave and you make all kinds of tasty food.”* Dat sms-te R. mij toen ik hem zei wat ik gemaakt had. Heeft hij wel een beetje gelijk in. Heb dus maar beloofd het nog eens te maken als hij er wel is.



Voor een grote bak popcorn
Ingrediënten:
  • 1 zak zoute magnetronpopcorn
  • 75 gram suiker
  • 1 ½ el water
  • Zeezout naar smaak

Bereiding:
  • Bereid de magnetronpopcorn volgens de aanwijzingen op de verpakking. (Tip: wrik de ‘maisbolletjes’ in de zak los van elkaar, dan poppen ze beter.)
  • Doe de suiker met het water en de zeezout in een steelpan. Roer eenmaal door voor je de pan op het vuur zet, daarna kan je de karamel niet meer roeren. Laat het mengsel koken tot het amberkleurig wordt. Hoe donkerder, hoe bitterder. Niet proeven, want het spul is gloeiend heet.
  • Doe de popcorn in een glazen of aardewerken schaal en giet hier in een dun straaltje de karamel over. Roer ondertussen de popcorn zodat de karamel gelijkmatig verdeeld wordt. Doe dit snel (en voorzichtig) want de karamel koelt snel af en wordt dan hard. Bewaar eventueel nog wat karamel om voor het serveren over de popcorn heen te gieten als garnering.

* R. is een Nederlander, net als ik, maar wij hebben de vreemde gewoonte om Engels tegen elkaar te praten. Slaat nergens op en we zijn ons er ook nooit bewust van totdat bijvoorbeeld een winkelmedewerker ons in het Engels aanspreekt. Vandaar het sms-je in het Engels.

6 mei 2012

Gerookte zalmmousse met bacon

Als R. vanuit zijn werk op weg is naar huis, staat er op vrijdag ergens langs de route een viskraam. Het is nogal een random kraam maar de eigenaar verkoopt er allerlei soorten fantastische vis, allemaal zelf gerookt. Heerlijk vette paling, zalmforel en makreel, onder andere.

Nu is R. iemand die nooit ergens één stukje van meeneemt, dus 'zat' ik ineens met twee moten gerookte zalm en twee palingen. De palingen hebben we gewoon in stukjes gesneden en opgepeuzeld maar met de zalm wilde ik iets anders. Het werd dus zalmmousse. Omdat we nog een klein beetje bacon in huis hadden, deed ik dit er ook bij en dat was een betere zet dan ik had gedacht.

Zelf serveerde ik de mousse dus als borrelhapje in een blaadje witlof maar de opties met deze mousse zijn eindeloos. Smeer het op een broodje of toastje, gebruik het als voorgerecht of vul er bladerdeegpakketjes mee en doe deze in de oven. De keuze is aan jou.



Als hapje voor 4-6 personen
Ingrediënten:
  • 2 moten gerookte zalm, zonder vel
  • 50 ml slagroom
  • 2 lente-uitjes
  • Mespuntje paprikapoeder
  • 50 gram spekblokjes
  • Peper naar smaak

Bereiding:
  • Breek de moten zalm in kleine stukjes en doe deze in de keukenmachine. Pureer tot je kleine stukjes zalm hebt. Snijd de lente-ui in grove stukken en voeg deze, samen met de slagroom, peper en de paprikapoeder, aan de zalm toe. Pureer in de machine tot een gladde mousse. Doe de mousse in een afsluitbaar bakje en zet een half uur in de koelkast om op te stijven.
  • Bak op laag vuur, in een droge pan, de spekblokjes goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier.
  • Snijd de spekblokjes eventueel wat kleiner en meng door de mousse heen. Of gebruik de spekblokjes om te garneren als je de mousse in witlofblaadjes serveert.

5 mei 2012

Met oreo's gevulde chocolate chip cookies

Ik zei het al op Twitter: een koekje in een koekje, dat kan alleen maar in Amerika. En in mijn keuken. Waar ik het idee vandaan heb weet ik niet meer, maar het is in ieder geval niet mijn eigen idee. Want wie verzint zoiets? Of beter: waarom heb ik dit niet bedacht? Ik vind het namelijk geniaal. Niet alleen eet je 2 koekjes terwijl het voelt als een (lees: minder schuldgevoel), het is ook zo’n leuke verrassing. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het plezier dat ik had bij het maken van deze koekjes. Ik bedoel, het is best heel tof om een koekje in een ander koekje te verstoppen.

Enfin, genoeg gepraat. De conclusie is: wil je eens iets geks bakken, waarvan je eigenlijk weet dat het nergens op slaat maar wat stiekem ontzettend leuk is en waar je iedereen mee verrast? Look no further, dit is het recept.

En nu ga ik een grote bak sla eten.


Voor 8 grote koeken
Ingrediënten
  • 8 oreo koekjes
  • 115 gram boter, op kamertemperatuur
  • 75 gram suiker
  • 80 gram lichtbruine basterdsuiker
  • 1 ei
  • 1 theelepel vanille extract
  • 150 gram bloem
  • ½ theelepel baking soda
  • Mespunt zout
  • 150 gram in stukken gehakte pure chocolade

Bereiding:
  • Verwarm de oven voor tot 190 graden en bekleed een bakplaat met bakpapier of een siliconen bakmatje.
  • In een grote kom, meng de boter en de 2 verschillende suikers samen tot het luchtig geklopt is. Klop hier daarna het ei doorheen. Voeg vanille extract toe en meng nogmaals.
  • Voeg bloem, baking soda en zout toe en meng. Voeg halverwege het mengen ook de pure chocolade toe en meng tot je een deeg hebt waarin de chocolade goed is verdeeld. Stop met mengen zodra alle bloem is opgenomen, anders krijg je taaie koekjes.
  • Optioneel: als het deeg te zacht is om balletjes van te maken, laat het dan een halfuurtje opstijven in de koelkast.
  • Verdeel het deeg in 8 delen en rol hier balletje van. Je kan hier eventueel ook een ijsschep voor gebruiken. Plet de balletjes en leg hier een oreo op. Vouw het koekjesdeeg, eventueel met natte handen, om het koekje heen tot je niets meer van de oreo ziet. Leg de deegballetjes op de bakplaat. Geef het deeg de ruimte, want de koeken lopen behoorlijk uit.
  • Bak de koekjes zo’n 12-15 minuten of tot de randjes goudbruin zijn.
  • Laat de koekjes afkoelen op de bakplaat tot ze stevig genoeg zijn om te verplaatsen. Laat eventueel verder afkoelen op een rooster.

4 mei 2012

Arabische hamburgers

Zoals beloofd een recept waarin de auberginedip van Fatima gebruikt wordt. Deze hamburger is een Arabische en vooral gezondere versie van de hamburger. Geen vette mayonaise of ketchup vol suiker maar een gezonde groentedip. Geen slap, wit brood zonder smaak, maar heerlijk Arabisch platbrood met een fijne bite. En geen ‘saladeshaker’ met dressing uit een pakje, maar een supermakkelijke komkommersalade die minder werk kost om te maken dan een ritje naar de McDrive. Lekker en gezond, what’s not to love?

Kan je niet aan Arabisch platbrood komen? Dan is een tortillawrap een redelijk alternatief. Zeker niet net zo lekker, maar ook niet slecht.



Voor 4 kleine eters, of 2 grote
Ingrediënten:
  • 300 gram rundergehakt
  • 1 klein ei
  • 1 teen knoflook, geperst
  • 1 tl paprikapoeder
  • 1 tl gemberpoeder
  • 1 tl korianderpoeder
  • Snufje chilipoeder
  • Paneermeel
  • 2 Arabische platbroden
  • Auberginedip of bijvoorbeeld baba ganoush (al dan niet zelfgemaakt)
  • Veldsla
  • 1 Komkommer
  • 2 lente-uitjes, in dunne ringen
  • 1 el ciderazijn

Bereiding:
  • Meng het gehakt met het ei, de knoflook, zout en peper, paprikapoeder, gemberpoeder, korianderpoeder en chilipoeder. Voeg hier voldoende paneermeel aan toe om het gehakt niet langer plakkerig te laten zijn. Maak van het gehakt 4 hamburgers. Prik in alle hamburgers in het midden een gat met je vinger om te voorkomen dat ze bol gaan staan. Bak de burgers, zonder olie, in een anti-aanbakpan goudbruin en gaar.
  • Snijd de komkommer in de lengte in dunne plakken met een mandoline of een kaasschaaf. Meng de lente-uitjes en de ciderazijn door de komkommer en breng eventueel op smaak met zout en peper.
  • Snijd het platbrood doormidden. Besmeer met een laag van de auberginedip en leg hier een hamburger bovenop. Garneer met wat veldsla en vouw het brood dubbel. Serveer met de salade.

3 mei 2012

Franse kaneelbroodjes van Levine

Deze broodjes popten ineens overal op in mijn timeline. Menig foodblogger liet trots foto’s van deze Franse kaneelbroodjes van Levine zien. En ik snapte wel waarom. Deze broodjes zijn prachtig en ze zagen er uit om op te eten. Wat mooi uitkomt, want daar zijn ze natuurlijk ook voor. Kuddedier als ik ben kon ik niet achterblijven.

Ik moet eerlijk zeggen, deze broodjes zijn best even een klusje om te maken. Dat geldt eigenlijk voor het meeste brood. Gelukkig was het wel een leuk klusje. En stiekem beleefde ik erg veel plezier aan het snijden van de boter met een kaasschaaf. Het zijn de kleine dingen, en zo. Al sloopte ik wel mijn favoriete pollepel bij het maken van de “gleufjes”. Met een zachte krak brak de steel af. Gelukkig zijn deze broodjes fantastisch comfortfood en konden ze mijn gebroken hart enigszins helen.

Ga trouwens voor fantastische stap-voor-stap foto’s naar Levine’s blog. Ik vond deze erg handig om erbij te hebben tijdens het bakken.



Ingrediënten:
Deeg
  • 500 gram tarwebloem
  • 10 gram droge gist
  • 30 gram suiker
  • 9 gram zout
  • 300 gram volle melk, kamertemperatuur
  • 55 gram zachte ongezouten roomboter, klontjes
Vulling
  • 200 gram ongezouten roomboter uit de koelkast
  • 100 gram suiker
  • 1 – 2 theelepels kaneel

Bereiding:

Hieronder staat de werkwijze voor het kneden van het deeg in een standmixer, maar het deeg kan uiteraard ook in een broodbakmachine of met de hand gekneed worden. Volg het recept dan verder vanaf de 1e rijs.

Deeg kneden in standmixer:

Doe tarwebloem, droge gist, suiker, zout en melk in de kom. Roer met een pollepel door elkaar en kneed met de deeghaak tot de bloem de melk heeft opgenomen, ± 3 minuten. Voeg dan de boter in klontjes toe. Kneed in nog 5 - 8 minuten tot een soepel deeg dat van de wand van de kom loslaat. Het deeg hoeft niet volledig ontwikkeld te zijn, met andere woorden: een vliesje trekken lukt nog niet.

1e rijs:


Vorm een bal van het deeg en doe het over in een licht met zonnebloemolie ingevette kom, 1 x keren zodat alle kanten met wat olie bedekt zijn. Dek de kom af met ingevet plastic folie of een douchemuts (!) en laat het op kamertemperatuur in 60 – 90 minuten tot dubbel volume rijzen.

Uitrollen en vouwen:

Stort het deeg op een licht met bloem bestrooide werkplek en druk de lucht eruit (= doorslaan). Rol het deeg met een deegroller uit tot een rechthoek van 30 x 50 cm.

Schaaf de koude boter met een kaasschaaf (of snijd met een scherp mes) in dunne plakjes. Verdeel de plakjes boter over 2/3 deel van het deeg.

1e keer vouwen:

Vouw het deeg in 3-en: vouw de onderkant (het deel van het deeg zonder boterplakjes) van het deeg naar boven en de bovenkant naar beneden (zoals een brief in 3-en). Je hebt nu drie laagjes deeg. Druk de naden met je vingers dicht.

Draai het deeg een kwartslag, de dichte vouw van het deeg ligt nu aan de linkerkant.

Bebloem zonodig de werkplek voordat je het deeg weer gaat uitrollen, het deeg mag er niet aan vastplakken.

Rol het deeg weer uit tot een lap van 30 x 50 cm.

2e keer vouwen:

Vouw het deeg weer in 3-en zoals bij de 1e keer vouwen. Je hebt nu weer drie laagjes deeg. Als het deeg tegenstribbelt dek het dan af en laat het 5 – 10 minuten liggen voordat je verder gaat met uitrollen.

Rust:

Verpak het deeg in plastic folie en leg het (op een dienblad) 30 – 45 minuten in de koelkast.

Vormen:

Haal het deeg uit de koelkast, verwijder de plastic folie en leg het deeg met de dichte vouw aan de linkerkant (het is nu een kwartslag gedraaid ten opzichte van de 2e vouw) op een licht met bloem bestrooide werkplek. Rol het deeg uit tot een rechthoek van 35 x 75 cm. Als het deeg tegenstribbelt dek het dan af en laat het 5 – 10 minuten liggen voordat je verder gaat met uitrollen.

Bestrijk de deegplak met een kwastje met water. Meng de suiker met de kaneel en strooi de kaneelsuiker over de deegplak. Laat de randjes aan de lange kanten van het deeg vrij.

Rol het deeg vanaf een lange kant stevig op. Knijp de naad goed dicht en leg de rol deeg met de naad naar beneden op de werkplek.

Snijd de rol met een scherp mes of een deegsteker in plakken van ± 2,5 cm. Je kunt hier ook een flossdraad voor gebruiken.

Druk met een bebloemde steel van een pollepel een gleuf midden in de deegstukjes. De randjes komen nu naar buiten.

Leg de gevormde deegstukken met enkele centimeters tussenruimte op een bakplaat bekleed met bakpapier of bakmatje. Als ze niet allemaal op één bakplaat passen verdeel je ze over meerdere bakplaten. Bak de broodjes dan achter elkaar.

Oven voorverwarmen:

Verwarm de oven voor op 200 °C (oven met boven- en onderwarmte).

2e rijs:
Laat de broodjes 30 – 45 minuten rijzen, ze hoeven niet helemaal in volume te verdubbelen.

Bakken:

Bak de broodjes in ± 20 minuten gaar. Ze zijn nog zacht als ze uit de oven komen, maar worden tijdens het afkoelen knapperig. Laat ze op een rooster afkoelen.

LinkWithin

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...