Koekjes zijn het lekker als ze net uit de oven komen. Nog zacht, maar net stevig genoeg om vast te houden. De chocolade die nog op je kin druppelt en het taaie van de suiker die afkoelt en steeds steviger wordt. Maar deze koekjes zijn anders. Deze koekjes zijn eigenlijk helemaal niet zo lekker als ze net uit de oven komen. Deze koekjes zijn perfect voor van de zomer. Want wanneer ze net uit de koelkast komen, zijn ze het allerlekkerst . Koud, zoet en toch nog zacht met krokante stukken pure chocolade.
Hou je nou niet van koude koekjes? Maak de koekjes dan met pindakaas met stukjes in plaats van gladde pindakaas. Je koekjes zullen dan steviger zijn en makkelijker te eten op kamertemperatuur.
Voor18 koekjes
Ingrediƫnten:
- 100 gram boter, op kamertemperatuur
- 100 gram pindakaas
- 100 gram lichtbruine basterdsuiker
- 100 gram bloem
- 1 tl vanille extract
- 1 ei
- ½ tl bakpoeder
- ½ tl bakingsoda
- Snufje zout.
- 75 gram pure chocolade, in kleine stukjes gehakt
Bereiding:
- Klop boter, pindakaas en suiker samen tot een romig mengsel. Klop hier het ei en de vanille doorheen. Roer bloem, zout, bakpoeder en bakingsoda door het botermengsel heen. Meng tot slot de chocolade door het deeg. Zet 30 minuten in de koelkast om op te stijven.
- Verwarm de oven voor op 180 graden. Maak 9 tot 18 balletjes van het deeg. Leg de balletjes met een paar centimeter tussenruimte op een met bakpapier bekleedde bakplaat. Bak de koekjes 10-12 minuten.
- Laat de koekjes afkoelen tot kamertemperatuur. Dek ze af met aluminiumfolie en bewaar in de koelkast tot je ze gaat eten.