Salade met eendenmaagjes

Laura was een paar dagen in Frankrijk en ze stuurde me een foto van een dubieus uitziend blikje. “Clau, dit gaan we samen opeten! Eendenmaagjes!” Ik verheugde me er meteen op.

Toch wist ik niet wat ik moest verwachten. Ik associeer orgaanvlees met bittere, leverachtige smaken en taai vlees. Dus hoe lekker konden eendenmaagjes uit blik dan zijn?

Tsjonge, wat zat ik ernaast. Eendenmaagjes zijn echt ontzettend lekker. Mits goed bereid is het vlees mals, zacht en heeft een subtiele wildsmaak. Het lijkt haast op een stukje vlees uit een stoofpotje, zo zacht is het. Zelfs L. vond dit onverwacht lekker. Ik kijk nu al uit naar Laura’s eerstvolgende trip naar Frankrijk zodat ik dit op haar boodschappenlijstje kan zetten. 

Voor 2 personen
Ingrediënten:

• 150 gram veldsla
• 150 gram cherrytomaatjes
• 25 gram walnoten
• 1 blikje eendenmaagjes
• 2 eetlepels lekkere azijn (witte- of rode wijnazijn, balsamicoazijn, sherryazijn, etc)
• 2 eetlepels extra vergine olijfolie
• 1 tl honing
• 1 tl mosterd

Bereiding:

• Zet een steelpan op laag vuur en doe hier de eendenmaagjes met vet en al in. Laat dit rustig opwarmen. Houd het vuur echt laag, anders worden de maagjes taai. 
• Snijd de cherrytomaatjes doormidden en hak de walnoten fijn. Meng de azijn, olie, honing en mosterd door elkaar tot een dressing. 
• Verdeel de veldsla, tomaatjes en walnoten over twee borden. Besprenkel met de dressing. Snijd de eendenmaagjes eventueel iets kleiner en verdeel ze over de salade. Lekker met een goed glas rode wijn.

Homemade Bounty

Over het algemeen doe je mij geen plezier met een candy bar. Mars, Snickers, Twix, het is niet mijn ding. Ik vind ze vaak te groot, te overheersend zoet en teveel van dezelfde smaak in één keer. Hier zijn echter twee uitzonderingen op. De eerste is de Zero, maar die is alleen in Amerika te koop. De andere is de Bounty. En die laatste wilde ik zelf eens maken.

Er zijn veel recepten voor zelfgemaakte Bounty’s, maar die worden bijna altijd gemaakt met gecondenseerde melk. Vast erg lekker, maar ik was bang dat dat te overheersend zou worden. Daarom ging ik aan de slag met roomkaas en poedersuiker. En ik kan je zeggen: dat is een succes.

Deze repen zijn heerlijk kokosachtig en zoet, en omdat je ze zelf gemaakt hebt, weet je precies wat er in zit. Bewaar de repen in de koelkast, dan blijven ze het langst goed. 

Voor 12-14 repen
Ingrediënten:

• 250 gram roomkaas (bijv. Philadelphia naturel)
• 15 gram roomboter
• 250 gram ongezoete kokosrasp
• 400 gram poedersuiker
• 300 gram pure chocolade

Bereiding:

• Klop roomkaas, roomboter en poedersuiker door elkaar tot een glad en romig mengsel. Roer hier de kokos doorheen. Doe dit in een vierkante, met bakpapier bedekte bakvorm van 20x20 cm. Druk goed aan en strijk glad. Zet minstens twee uur in de koelkast. 
• Smelt de chocolade. Snijd het kokosmengsel in repen. Doe een dun laagje chocolade op een met bakpapier bekleedde bakplaat. Leg hier de kokosrepen op. Overgiet de repen met de rest van de chocolade en laat hard worden in de koelkast. Snijd de repen los zodat je individuele Bounty’s hebt. 

Bladerdeegflapjes met spinazie, geitenkaas en pesto

Er gebeurde hier iets vreemds in huis. L., de man die bij wijze van spreken nog liever voor een rijdende trein springt dan dat hij een stuk geitenkaas moet eten, stelde op zondagmiddag ineens voor om bladerdeeghapjes met geitenkaas en spinazie te maken. “Van de week at ik er per ongeluk een omdat ik dacht dat het wat anders was, en dat vond ik niet eens heel vies.” Daarbij heeft meneer ook een hekel aan pesto, dus dat moest er ook maar in.

Toen de hapjes uit de oven kwamen, was ik bang dat hij één hap zou nemen om het flapje vervolgens linea recta in de vuilnisbak te gooien. Maar nee. “Dit lust ik wel. Net een beetje te geitenkazerig, maar niet vies.” Hallelujah! De hoop dat hij ooit geitenkaas net zo lekker gaat vinden als ik, heeft weer een flinke opleving gehad. 

Voor 6 flapjes
Ingrediënten:

• 6 blaadjes bladerdeeg
• 1 el olijfolie
• 150 gram verse spinazie
• 125 gram zachte geitenkaas
• 6 tl rode pesto (liefst zelfgemaakt)
• 1 ei

Bereiding:

• Verwarm de oven voor op 180 graden. Laat de blaadjes bladerdeeg in de koelkast ontdooien. Klop het ei los. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
• Verwarm de olijfolie in een grote pan. Bak hierin de spinazie tot deze geslonken is. Snijd de spinazie dan zo fijn mogelijk en prak dit door de geitenkaas. 
• Leg het bladerdeeg met een punt naar boven. Besmeer de onderste helft met een theelepel rode pesto. Verdeel hierop wat van het geitenkaasmengsel. Vouw het bladerdeeg dubbel tot een driehoek, waarbij je de randjes aan elkaar plakt met wat van het losgeklopte ei. Besmeer ook de bovenkant van het flapje met het ei. 
• Bak de flapjes in zo’n 20-25 minuten goudbruin. Meteen serveren.

Zelf roomboter maken

Heel lang geleden maakte Chef John, bekend van YouTube, een filmpje over hoe je zelf roomboter kon maken van slagroom. Het proces dat hij omschreef leek me vooral veel gedoe. Slagroom in een potje doen, deksel er op en dan eindeloos schudden tot het uiteindelijk op boter begon te lijken. Sorry, maar dat was me teveel moeite voor een beetje roomboter.

Gelukkig had James Martin een betere suggestie: je kan het ook gewoon doen met een mixer. Of je nu een elektrische handmixer gebruikt of, zoals ik, een staande mixer, je roomboter is zo klaar. In feite is het niets meer dan slagroom kloppen tot je klontjes krijgt die zich afscheiden van het vocht in de slagroom. Dat is de boter. Even door een theedoek heen halen en klaar ben je. Het eindresultaat is heerlijk romig en ideaal om op brood te smeren. Opvallend is wel dat de boter, ook buiten de koelkast, redelijk stevig blijft. Ik ben fan!

Ingrediënten:

• Slagroom 

Bereiding:

• Doe de slagroom in een kom. Begin met kloppen zoals je normaal bij slagroom ook zou doen. Na een tijdje gaat de slagroom wat korrelen en zal het eruitzien alsof hij schift. Dat is goed. 
• Blijf kloppen tot je flinke klonten in het mengsel ziet en er zich tussen de klonten vocht verzamelt. 
• Doe een schone theedoek of kaasdoek in een kom. Giet hierin de ‘slagroom’. Knijp het mengsel uit tot al het vocht weg is. Wat je nu in de theedoek hebt zitten, is je roomboter. Ik gebruikte 500 ml slagroom en dit leverde precies 200 gram roomboter op. 

De gewenste textuur van je slagroom voor je het uitknijpt.

Chia fresca met kokoswater

Chiazaad is een superfood dat steeds beter verkrijgbaar is. Zo heb ik ze inmiddels gespot bij het Kruidvat en zelfs bij de Action. Tijd voor een leuk receptje dus.

Chia heeft de eigenschap dat de zaadjes vocht opnemen en vervolgens een soort gel vormen. Dat betekent dat je er bijvoorbeeld lekkere pudding van kan maken door de zaadjes te mengen met kokosmelk. Maar je kan er ook een drankje mee maken: chia fresca. Een fris drankje dat erg gezond voor je is omdat je er ook de nodige vezels, eiwitten en gezonde vetzuren mee binnenkrijgt. Hoe het smaakt? Dat is aan jou! Je kan het maken met water met wat citroensap en honing bijvoorbeeld. Of je doet er wat fijngehakte munt doorheen. Of, zoals ik deed, je maakt het met kokoswater.

Ik gebruikte voor deze variant het kokoswater met ananas van Vita Coco. Nog meer gezonds, want kokoswater is rijk aan kalium en elektrolyten en bevat geen vet of cholesterol. Door de combinatie met chiazaadjes heb je zo dus een gezondheidsbommetje in een drankje. En het is nog eens lekker ook. Hoe je het maakt? Easy!

Ingrediënten:

• 2 eetlepels chiazaad
• 150 ml kokoswater met ananas (of een ander vocht)
• 1 tl citroensap

Bereiding:

• Doe chiazaad, kokoswater en citroensap in een glas. Roer even door en laat dan een kwartiertje staan. Nog eens goed doorroeren. Proost!

Disclaimer: Dit recept bevat een product dat door een merk of bedrijf naar mij is opgestuurd. Dit is niet van invloed op mijn mening over het product. 

Slanke kipfilet met Parmezaankorst

Kipfilet heeft snel de neiging om droog te worden. Er zijn natuurlijk allerlei trucs om dat te voorkomen. Niet te lang laten bakken, in kleinere porties bakken zodat het sneller gaart en een goede marinade zijn hier voorbeelden van. Deze marinade op basis van karnemelk zorgt ervoor dat je kipfilet al heerlijk mals is als hij de oven in gaat. Het korstje met Parmezaanse kaas geeft wat bite en zo heb je, zonder verdere vette toevoegingen, een heerlijk, krokant, smaakvol stukje vlees op je bord liggen. 

Voor 4 personen
Ingrediënten:

• 2 flinke kipfilets
• 300 ml karnemelk
• 1 tl gerookte paprikapoeder
• 1 tl knoflookpoeder
• 1 tl milde paprikapoeder
• 2 eieren
• Bloem om te paneren
• Panko om te paneren
• 50 gram verse, geraspte Parmezaanse kaas

Bereiding:

• Halveer de kipfilet in de lengte zodat je vier dunne stukken hebt. Meng de karnemelk met de paprikapoeders en knoflookpoeder. Leg de kipfilet hierin en laat een uurtje marineren. 
• Verwarm de oven op 190 graden. Kluts de twee eieren. Meng de panko met de Parmezaanse kaas en zet de bloem klaar. 
• Dep de kipfilets bijna droog en haal ze achtereenvolgens door de bloem, ei en panko tot ze rondom voorzien zijn van een mooi korstje. Leg ze op een met bakpapier bekleedde bakplaat en bak ze in 40-45 minuten krokant, goudbruin en gaar. Serveer meteen. 

Knoflookchampignons met peterselie

Dat een bijgerecht niet moeilijk of duur hoeft te zijn, dat bewijst dit fijne gerechtje. Al met al bestaat het uit 5 ingrediënten, ben je er weinig tijd aan kwijt, kan je het van tevoren klaar maken en kan het bijna niet mis gaan. Bovendien is dit gerecht geschikt voor mensen met een glutenallergie, voor de vegetariërs, en voor de mensen die houden van lekker eten. De enigen die misschien even op moeten passen zijn de mensen die de volgende ochtend een sollicitatiegesprek hebben. Want er gaat wel behoorlijk wat knoflook in deze champignons. 

Ingrediënten:

• 800 gram champignons
• 1 el olijfolie
• 5 tenen knoflook, zeer fijn gehakt
• Klontje boter
• Flinke handvol fijngehakte peterselie

Bereiding:

• Verwarm een grote koekenpan op middelhoog vuur. Als je kleine champignons hebt kun je ze in hun geheel gebruiken, halveer de champignons anders, of snijd ze in partjes. 
• Giet de olijfolie in de pan en doe hier de champignons bij. Blijf roeren tot de champignons hun vocht beginnen los te laten. Voeg eventueel een snufje zout toe om dat proces wat te versnellen. Op een bepaald moment zal er een flinke laag vocht in de pan zitten. Blijf zo af en toe roeren en blijf bakken totdat al het vocht verdwenen is. Bak dan nog even door tot de champignons mooi goudbruin zijn. 
• Zet het vuur iets lager en voeg de knoflook toe. Bak even mee tot de knoflook een heel klein beetje kleur begint te krijgen. Als je de champignons later wilt serveren, stop dan hier en laat afkoelen. Verwarm de champignons vlak voor het serveren weer en ga dan verder met de volgende stappen.
• Voeg de boter toe en roer door tot deze gesmolten is. Haal dan de pan van het vuur en roer de peterselie er door. Serveer meteen.

Caribische tiramisu

Als je me al langer volgt, dan weet je dat tiramisu mijn favoriete toetje is. Romig, zacht en met een vleugje alcohol. Er zijn weinig dingen waar je me een groter plezier mee doet dan dat.

Het leuke van tiramisu is dat je er eindeloos mee kunt variëren. Vriendin L. maakte deze caribische versie. Het gebruik van Malibu geeft dit toetje een heerlijke kokossmaak. In combinatie met de banaan is dit helemaal heerlijk. Ik waande me echt even op een caribisch eiland, met mijn voeten in de zee.

Zoek je dus nog een zomers toetje? Zoek niet verder en probeer deze gewoon. 

Voor 4 personen, van Allerhande
Ingrediënten:

• 100 g verse roomkaas
• 40 g witte basterdsuiker
• 75 ml slagroom
• 4 el Malibu (iets meer mag ook, gebruik dan minder water)
• ½ pak (+/- 90 gram) lange vingers 
• 2 bananen, in lange plakken
• cacaopoeder, om te bestuiven

Bereiding:

• Doe de roomkaas en suiker in een kom en roer los. Klop in een andere kom de slagroom stijf en spatel deze door het roomkaasmengsel.
• Schenk de likeur in een diep bord en voeg 100 ml water toe. Haal de lange vingers er een voor een door en bedek de bodem van een cakevorm met de lange vingers, de gesuikerde kant naar beneden. Als de lange vingers niet passen, snijd ze dan op maat. Verdeel 1/3 van het roomkaasmengsel erover en dek af met de helft van de plakken banaan. Maak dan weer een laag met lange vingers, bedek met de rest van de plakken banaan en eindig met de rest van de roomkaas.
• Dek de tiramisu af met vershoudfolie en laat minimaal 3 uur opstijven in de koelkast.
• Stort de tiramisu op een bord. Laat de cake niet makkelijk los, leg dan 2 min. een theedoek doordrenkt met heet water om de vorm heen. Bestrooi de cakes met cacaopoeder. Als je een vork boven de tiramisu houdt terwijl je de cacao erop strooit, krijg je de mooie tekening die je hierboven op de foto ziet.

Miniquiches met pijnboompitten en cherrytomaatjes

Dit recept is van vriendin S. Zij maakte deze heerlijke eenpersoonsquiches als voorgerecht en wat waren ze lekker! Quiches zijn er in vele varianten, maar deze miniversie met cherrytomaatjes en pijnboompitten was weer eens wat anders. Samen met de blokjes spek was dit een heel smaakvol voorgerecht. Het leuke hiervan is trouwens ook dat je ze zowel koud als warm kunt eten. 

Voor 4 stuks
Ingrediënten:

• 4 plakjes deeg voor hartige taart
• 125 ml slagroom
• 3 eieren
• 6-8 cherrytomaatjes
• 2 el pijnboompitten
• 60 gram spekblokjes
• 4 el geraspte jong belegen kaas

Bereiding:

• Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet vier mini-quichevormen of een andere kleine bakvorm in met wat olie. Leg hierin de ontdooide plakjes deeg en druk ze goed tegen de randen. 
• Snijd de cherrytomaten in kwarten. Meng ze met de pijnboompitten en spekblokjes. Verdeel dit mengsel over de deegbakjes. Meng de eieren met de slagroom en verdeel dit mengsel over de deegbakjes. Bestrooi met de kaas.
• Bak de quiches in 30 minuten gaar. Je kan ze ook 25 minuten laten bakken en ze dan af laten koelen. Verwarm ze dan in 10 minuten weer op in een oven van 200 graden.

Couscoussalade met abrikozen en amandelen

Als ik visite krijg, vind ik het fijn om iets te koken waarvan ik weet dat ik het van tevoren klaar kan maken zodat ik niet de hele tijd in de keuken sta als mijn gasten op de bank zitten. Zoals deze salade. Je kan hem makkelijk een paar uur van tevoren klaarmaken. Sterker nog, alle ingrediënten krijgen dan de kans om hun smaken te ontwikkelen en de dressing kan zo goed in de couscous trekken.

Nu de warmere maanden er weer aan komen, is zo’n salade ook heerlijk als je geen visite hebt. Gewoon lekker met je glaasje koude witte wijn op het balkon, en een bordje van deze salade erbij. Kom maar op met die zomer!

Voor 4 personen
Ingrediënten:

• 300 gram couscous
• 300 ml kippenbouillon
• 100 gram cherrytomaatjes
• 8 gedroogde (liefst ongezwavelde) abrikozen
• 1 rode ui, in superdunne halve ringen
• 50 gram amandelen, fijngehakt
• ½ komkommer, geschild en in blokjes
• 1 gele paprika, in blokjes
• Bosje peterselie, fijngehakt
• 2 el olijfolie
• 1 el appelciderazijn
• 1,5 el honing
• 1 el citroensap
• Paar druppels tabasco

Bereiding:

• Giet 300 ml kokende kippenbouillon over de couscous. Dek af en laat 5 minuten staan. Roer door met een vork en laat dan afkoelen tot kamertemperatuur. 
• Snijd de cherrytomaatjes in vieren. Snijd de abrikozen in kleine stukjes. Doe de tomaatjes, abrikozen, amandelen, ui, komkommer, paprika en ¾ van de peterselie in een kom. Doe hier de afgekoelde couscous bij en roer door met twee vorken tot alles goed gemengd is. 
• Meng de olijfolie, azijn, honing, citroensap en tabasco tot een dressing. Giet dit over de couscoussalade. Meng goed door en zet de salade vervolgens afgedekt in de koelkast. Haal de salade 20 minuten voor je gaat eten uit de koelkast. Bestrooi met de achtergehouden peterselie.

Jello shots

Lang geleden, op een legendarische stapavond met drie vriendinnen, had ik jello shots gemaakt. Eenhapsformaat puddinkjes met zo’n grote hoeveelheid alcohol dat je binnen de kortste keren je kleren uit staat te trekken op de bar. Niet dat ik zoiets zou doen, natuurlijk.

Inmiddels ben ik ouder, denk ik dat ik wat wijzer ben en ben ik vooral zo’n zeur geworden die niet meer gaat stappen (want: druk, lawaai, stinkt, ik wil niet meer zo laat naar bed en ugh ik ben 80). Mijn voorliefde voor een alcoholische versnapering is echter nog steeds wel aanwezig. En die voorliefde zorgde ervoor dat ik ineens heel veel zin had om jello shots te maken. Maartje had toevallig hetzelfde idee dus tijdens een avond met dezelfde drie vriendinnen (we deden dit keer een etentje deden waarbij iedereen een gerecht meenam en we allemaal voor 12 uur in bed lagen want ik ben 80) gingen we weer aan de jello shots. Het was opnieuw legendarisch.

Jello shots kun je op twee manieren maken: met een pakje instant jelly pudding of ‘from scratch’ met vruchtensap, gelatine en alcohol. Omdat ze bij de supermarkt doorgaans maar 1 smaak verkopen (aardbei) koos ik ervoor om het met een vruchtensap te doen. Heb je nu wel allemaal smaakjes jelly, of vind je aardbei spannend genoeg, dan is de bereidingswijze simpel. Ik zal beide recepten hieronder delen.

De bekertjes waar de shots in zitten, kocht ik bij Xenos maar ze kunnen ook in een siliconen ijsblokjesbakje, plastic bekers of net wat je zelf leuk vindt.

Links de versie van Maartje met een stukje gekonfijte citroen, rechts mijn variant

Jellyshots met een pakje jelly
Ingrediënten:

• 1 pakje jellypudding, of verschillende soorten zodat je laagjes kan maken
• 300 ml water
• 200 ml wodka, jonge jenever, rum of andere transparante alcohol (Malibu, anyone?)

Bereiding:

• Breng de 300 ml water aan de kook en haal van het vuur. Doe hier het pakje jelly pudding bij en roer goed door. Voeg dan de wodka toe en roer tot ook dit goed opgelost is. Giet in de bekertjes en laat minstens 6 uur opstijven in de koelkast. 
• Het kan zijn dat er in jouw pakje jelly nog geen suiker zit. Dit moet je dan zelf nog toevoegen. Lees hiervoor de instructies op de verpakking. 

Jellyshots from scratch

• 6 blaadjes gelatine
• 300 ml vruchtensap (ik gebruikte een multivruchtensap)
• 200 ml wodka

Bereiding:

• Laat de blaadjes gelatine weken in koud water tot ze zacht zijn. Doe de blaadjes dan met aanhangend water in een pannetje en verwarm tot de gelatine is opgelost.
• Meng vruchtensap en wodka door elkaar en giet hier de gelatine bij. Nog een keer goed mengen. Giet in de bekertjes en laat minstens 6 uur opstijven in de koelkast.

Zoete geglazuurde mandarijnenbroodjes

Kaneelbroodjes zijn een grote favoriet hier in huis. De zachte, luchtige broodjes en het romige glazuur doen ons iedere keer weer watertanden. Maar ik ben ook een grote fan van citrusvruchten in zoetigheid. Citroentaartjes, gekonfijte sinaasappel of key lime pie; ik vind het heerlijk. Een citrusvariant van dit broodje kon daarom ook niet uitblijven.

Het deeg is een recept van Levine en dat heb ik als basis gebruikt voor deze broodjes. Nog steeds luchtig en heerlijk geglazuurd dus, maar dan met een frisse, zomerse twist. 

Ingrediënten:
Voor het deeg:

• 550 gram tarwebloem
• 10 gram droge gist
• 50 gram suiker
• 10 gram zout
• 240 gram (volle) melk, lauwwarm
• 125 gram zachte ongezouten boter
• 2 grote eieren, losgeklopt

Voor de vulling:

• 60 gram ongezouten boter, gesmolten
• 150 gram witte basterdsuiker
• Rasp van 4 mandarijnen

Voor het glazuur:

• 30 gram ongezouten boter, gesmolten
• 125 gram poedersuiker
• Sap van 1-2 mandarijnen 

Bereiding:

• Doe tarwebloem, gist, suiker en zout in de kom en roer door elkaar. Voeg de eieren en de melk toe en roer met een pollepel of platte klopper door elkaar. Kneed met de deeghaak ± 4 minuten en voeg dan de boter in twee gedeelten toe. Nu ontstaat er een smurrie in de kom, gewoon door blijven kneden dan ontstaat er na ± 10 minuten een soepel deeg.
• Maak een bal van het deeg en doe het over in een licht met olie ingevette kom en laat afgedekt in 45 - 60 minuten in volume verdubbelen. 
• Stort het deeg op een licht met olie ingevette werkplek en druk de lucht eruit. Laat ± 15 minuten afgedekt liggen en rol het deeg met een deegroller uit tot een lap van 55 x 30 cm. 
• Verdeel de gesmolten boter met een kwastje over het deeg. Meng de basterdsuiker met de mandarijnrasp en verdeel dit gelijkmatig over de deeglap. 
• Rol het deeg vanaf een lange kant op. Druk de naad aan de onderkant goed dicht. Leg de deegrol met de naad naar beneden op een snijplank. Snijd met een scherp (gekarteld) mes of met een deegsteker in 14 gelijke stukken. Verdeel de deegrolletjes met de snijkant naar boven ± 1,5 cm uit elkaar over de bakblikken. Bestrijk de rolletjes met gesmolten boter.
• Laat afgedekt in 45 - 60 minuten tot bijna dubbel volume rijzen. Verwarm intussen de oven voor op 180 ºC. Bak de broodjes in 20-25 minuten gaar en goudbruin.
• Laat de broodjes op een rooster ± 10 minuten afkoelen. Maak intussen het glazuur door poedersuiker met de gesmolten roomboter door te roeren. Het zal eruitzien alsof het schift. Dit geeft niks. Voeg hier vervolgens het sap van de mandarijn(en) aan toe. Roer tot een glad glazuur. Als het te dik is, voeg dan nog een paar druppels sap toe. Giet het glazuur over de broodjes.

Rokerige broccolisoep met sesam

Weet je wat ik nou zonde vind? Als mensen broccoli bereiden en dan alleen de roosjes gebruiken. Dat is zo jammer! Als ik heel eerlijk ben vind ik de stengel van de broccoli, zeker rauw, veel lekkerder dan de roosjes. Maar ook verwarmd in een gerecht zie ik geen reden om alleen de roosjes te gebruiken.

Daarom deze soep. Om te bewijzen dat de stengel ook lekker is en je er, zeker in een gladde soep als deze, niks van merkt als hij er in zit maar je niet ineens je halve broccoli in de vuilnisbak kiepert. 

Ingrediënten:

• 1 flinke broccoli
• 1 liter groentenbouillon
• 1 teentje knoflook
• 1 tl gerookte paprikapoeder
• Sesamolie
• Sesamzaadjes

Bereiding:

• Breng de groentenbouillon aan de kook. Snijd de roosjes van de broccoli af en snijd de stengel in stukjes. Je hoeft de stengel niet te schillen. Snijd ook de knoflook in plakjes.
• Doe de broccoli en de knoflook bij de kokende bouillon. Laat koken tot alle broccoli goed gaar is. Laat de soep dan 10 minuten afkoelen. 
• Zet de staafmixer in de pan, of doe de soep in de blender, en pureer tot je een gladde, dikke, romige soep hebt. Zet de soep terug op het vuur en roer de paprika erdoor. Laat nog 3 minuutjes opwarmen tot de soep weer goed heet is. 
• Serveer de soep in een flinke kom. Sprenkel er wat druppels sesamolie overheen en maak af met wat sesamzaadjes die je eventueel hebt geroosterd.