Nog steeds ben ik geen fan van witbrood, maar voor het kerstdiner had ik het toevallig nodig. Twee sneetjes maar, dus bleef ik met bijna een heel halfje wit zitten. De gedachte aan wentelteefjes drong zich aan mij op. Dus dook ik de keuken in, gewapend met een recept van Allerhande en een ongeduldig wachtende man op de bank. Wat bleek? Hij had ook nog nooit wentelteefjes op.
Enfin. Wentelteefjes blijken niet moeilijk, vreselijk lekker en volgens mijn vriend “een soort pannenkoeken, maar dan beter.” Daar doe ik het voor. Maar de volgende keer ga ik wel wat variëren met dit recept. Stay tuned…
Ik laat de korstjes aan het brood zitten omdat ik deze extra ‘bite’ (voor zover je het zo kunt noemen) wel lekker vind. Je kan de korstjes natuurlijk altijd van het brood snijden.
Aangepast van Allerhande 3, 2001
Ingrediënten:
- 1 ei
- 2 eetlepels suiker
- 1 theelepel vanille extract
- 1 theelepel kaneelpoeder
- 250 ml melk
- 8 sneetjes wit-casinobrood
- 40 g boter of margarine
Bereiding:
- Klop in een diep bord ei, suiker, vanille, kaneelpoeder en melk los.
- Wentel de sneetjes brood door het eimengsel. Leg het brood dan op een ander diep bord en giet hier het restant van het mengsel over. Laat dit intrekken totdat alle sneetjes doorweekt zijn.
- Verhit in een grote koekenpan de helft van de boter en bak de helft van de sneetjes brood in ca. 5 minuten goudbruin aan twee kanten. Doe dit ook met de rest van de wentelteefjes.
- Haal de wentelteefjes uit de pan en serveer ze op een warm bord. Serveer de wentelteefjes met poedersuiker