Eén van mijn kookangsten is karamel. Nee, correctie: wás karamel. Toen mijn moeder mij als klein meisje leerde koken, kreeg ik al gauw te horen dat karamel gevaarlijk is. Het ziet er namelijk heerlijk smeuïg en zoet uit, maar als je je vinger in de pan steekt dan ‘verbrand je levendig.’ Dit was een woordgrapje trouwens, geen slechte toepassing van onze prachtige taal. Ik wilde natuurlijk niet levendig verbranden, dus liet ik de karamel voor wat het was. Maar daar was ineens Nigella Lawson in al haar voluptueuze geweldigheid en zij zei: “feel the cooking fear, and do it anyway.” So I did. Vanaf dat moment was karamel geen probleem meer voor mij.
Dat kwam deze week goed uit, want vriendin M. vroeg mij of ik voor haar een karamelfudgerecept had. Ze had namelijk mijn chocoladefudge gemaakt, maar haar verloofde vond het ‘te veel chocolade.’ (Joh!) En hij houdt zo van karamel.
U vraagt, wij draaien!
Voor dit recept is een kookthermometer nodig. Ikea heeft een goede. Fantast heet-ie. Kost je 7 euro maar is echt een handig ding. Een andere kookthermometer is trouwens ook prima. Overigens wordt altijd geadviseerd om karamel te maken in een pan met een dikke bodem, maar ik heb ooit eens een fantastische pan verpest met karamel, dus tegenwoordig gebruik ik een steelpannetje van 3 euro 50 bij Action. Geen dikke bodem, maar het ding werkt prima en als de boel aanbrandt voel ik me niet schuldig als ik de pan weggooi.
Ingrediënten:
- 750 gram suiker
- 60 gram boter
- 2 grote eetlepels honing (of glucose, maar dat heb ik nog niet kunnen vinden)
- 250 ml room
- snufje zout
- Vet een bakvorm (20x20 cm) in met boter en bekleed deze met bakpapier. Vet ook het bakpapier in.
- Verwarm 250 gram suiker in een pan op hoog vuur. In dit stadium mag je absoluut niet roeren in de suiker, want dan kristalliseert de boel en kun je opnieuw beginnen. Langzaam de pan heen en weer bewegen mag wel.
- Als de suiker gekarameliseerd is, voeg je heel langzaam de room toe. De karamel zal een beetje tegensputteren, maar dat is normaal.
- Voeg vervolgens de honing toe. Vanaf dit moment mag je roeren, aangezien de room en de honing er voor zorgen dat de karamel niet meer zal kristalliseren.
- Voeg in 3 delen de rest van de suiker toe en laat karamelliseren. Voeg dan ook het zout en de boter toe.
- Roer dit mengsel door op hoog vuur tot het een temperatuur van 112 graden bereikt.
- Zet het vuur uit en roer het mengsel zo’n 10 minuten met behoorlijke kracht door. Dit koelt het mengsel af. Als het de dikte heeft van een soepel taartbeslag kun je het in de bakvorm gieten. Eenmaal in de bakvorm roerde ik langs de zijkant nog wat pecannoten door de fudge. Als je dit door je hele fudge wil, kan je dit natuurlijk in de pan doen.
- Laat een paar uur in de koelkast opstijven.
- Snijd met een koud (en/of ingevet) mes de fudge in blokjes. Bewaar in de koelkast. Deze fudge blijft behoorlijk zacht.